Reactie op oprichting stichting Onterechte BKR-registratie

Shutterstock 1209040108 Kopie Staand Overleg

De gisteren (3 april) opgerichte Stichting Onterechte BKR-registratie stelt dat er onnodig veel mensen een registratie hebben bij BKR en dat er bovendien onnodig lang gegevens worden bijgehouden. Ook zou er door kredietverstrekkers geen rekening worden gehouden met persoonlijke omstandigheden die ervoor zorgen dat iemand onverwacht en tijdelijk niet kan voldoen aan zijn/haar betalingsverplichtingen, zoals bijvoorbeeld bij een scheiding of kortdurende werkloosheid. Het staat de stichting vrij zich hiervoor in te zetten, maar BKR en haar deelnemers herkennen zich niet in de meeste kritiekpunten. In dit artikel reageren we hier kort per punt op.

  1. Een solide en transparante klachtenprocedure voor consumenten
    Consumenten die vinden dat zij financiële problemen achter zich hebben gelaten, kunnen contact opnemen met de betreffende geldverstrekker. Als een kredietverstrekker meent dat op basis van de persoonlijke omstandigheden een registratie eerder beëindigd kan worden, wordt dit zonder tussenkomst van BKR aangepast. Kortom, BKR speelt hier geen enkele rol in, omdat zij het persoonlijk kredietdossier van de consument niet kent, niet kan inzien, geen inzicht heeft in de inkomsten en lasten en daarom geen goede beoordeling kan maken.

    Als de consument het niet eens is met de beslissing van de kredietverstrekker, dan kan de consument (gratis) naar de klachteninstantie Kifid of naar de reguliere rechter. In het eerste kwartaal van 2023 zijn er overigens 55 zaken voorgelegd aan het Kifid, waarvan er 45 zijn afgewezen en 10 zijn toegewezen.

  2. Bewaartermijnen van vijf jaar
    BKR hanteert een termijn van vijf jaar voor kredieten, betalingsachterstanden, schuldhulp en saneringskredieten, zoals afgesproken in het kredietstelsel. We zien namelijk in de praktijk, dat mensen met betaalproblemen vaker opnieuw in de problemen komen als kredietverstrekkers niet kunnen beschikken over de feitelijke betaalhistorie. De Wereldbank adviseert zelfs om dezelfde redenen overigens een bewaartermijn van tussen de vijf en acht jaar. De inzichten uit het register helpen kredietverstrekkers om verantwoorde beslissingen te nemen over het wel of niet toekennen van leningen en gemeenten om hun schuldhulpverlening in te richten. BKR signaleert dat er toenemende maatschappelijke druk is om in het belang van de burger soms minder informatie te registreren. Dit is in eerste instantie een vraagstuk van de politiek.  Wij wachten daarom op een uitspraak van de minister.  

  3. Overheid aan zet
    BKR voert continu gesprekken met alle betrokken organisaties, waaruit blijkt dat meningen over kredietregistratie nogal uiteenlopen vanwege individuele en vaak conflicterende belangen. Het is eenvoudig niet mogelijk om iedereen tevreden te stellen. Omdat de wijze waarop kredietregistratie moet plaatsvinden uiteindelijk een politiek maatschappelijke discussie is, zal BKR zich net als in het verleden blijven richten op het beleid en de richtlijnen die vanuit Den Haag komen. Tot op heden is de rode draad, hetgeen wij bevestigd zien in de beantwoording op Kamervragen, dat ministers geen aanleiding zien om BKR te vragen de registratietermijn te verkorten. Uiteindelijk hopen wij dat de wettelijke verankering spoedig tot stand zal komen, waardoor nog meer duidelijk wordt dat dit een taak van de overheid is.
Hoe behulpzaam vond je deze pagina?
Bedankt voor je feedback
Er is iets fout gegaan, probeer het opnieuw.