Transparantie en verantwoordelijkheid als nieuwe norm

De komst van nieuwe Europese richtlijnen zet de financiële sector in beweging. Met de inwerkingtreding van de CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive) en CSDDD (Corporate Sustainability Due Diligence Directive) moeten grote bedrijven, inclusief beursgenoteerde organisaties, waaronder financiële instellingen, aantonen hoe duurzaam en maatschappelijk verantwoord zij opereren. De regelgeving vereist niet alleen inzicht in de eigen organisatie, maar ook in de waardeketen. Roos Verouden, senior advisor Sustainability Reporting bij NN Group, het moederbedrijf van onder meer Nationale-Nederlanden en NN Bank, bespreekt de implicaties van deze richtlijnen en het belang van samenwerking met ketenpartners.

“De CSRD is het ‘rapport’, en de CSDDD is het ‘actieplan’. Het gaat er daarbij om het juiste te doen, niet alleen om erover te praten. De CSRD richt zich op transparante verslaglegging: wat doe je als organisatie op het gebied van duurzaamheid? De CSDDD gaat verder. Die verplicht je ook om negatieve sociale impact, bijvoorbeeld op mensenrechten, actief te beheersen, ook verderop in de waardeketen”, legt Verouden uit. Volgens haar vereisen de richtlijnen een fundamenteel andere manier van rapporteren. “Waar financiële verslaggeving traditioneel kijkt naar de eigen organisatie, vragen deze richtlijnen om een brede blik op zowel upstream als downstream effecten binnen de hele waardeketen.”

Complexiteit vraagt om samenwerking
De rapportageverplichting geldt sinds 2024 voor beursgenoteerde ondernemingen, met een bredere uitrol richting 2028. De implementatie van de richtlijnen vraagt veel van een organisatie als NN Group en stelt hoge eisen aan dataverzameling en systeeminrichting. Verouden: “Duurzaamheidsrapportage was voorheen het domein van een gespecialiseerd sustainability team. Nu is de hele organisatie betrokken: van HR tot procurement en van investment office tot onze producten en diensten.”

Daarnaast is samenwerking in de keten onmisbaar. Financiële instellingen moeten ook bij investeringspartners, leveranciers en klanten informatie verzamelen over emissies van ingekochte producten, mensenrechten en governance. “We moeten kunnen aantonen dat we zorgvuldig omgaan met de keuzes die we maken en met wie we zakendoen”, licht Verouden toe. “Dat betekent dat we ook informatie nodig hebben van partijen die verder van ons afstaan. Dat vraagt om een nieuwe manier van denken en samenwerken. In sommige gevallen hebben we drie of vier schakels tussen ons en de bron. Dan is het zoeken naar de balans, wat is haalbaar én betrouwbaar?”

Verwachtingen richting ketenpartners
De complexiteit van de waardeketen bij financiële instellingen vraagt om duidelijke afspraken en betrouwbare data-uitwisseling. “De tijd waarin we alleen keken naar prijs en productkwaliteit is voorbij. We willen weten hoe partijen omgaan met hun medewerkers, hoe ze omgaan met milieu-impact en hoe ze omgaan met hun maatschappelijke verantwoordelijkheid”, vertelt Verouden. Bij grotere partners worden dergelijke eisen opgenomen in bijvoorbeeld contractonderhandelingen en bij kleinere organisaties werkt NN Group waar nodig met inschattingen of sectorale gemiddelden.

In dit speelveld van ketensamenwerking en rapportage speelt ook Stichting BKR een relevante rol. Hoewel de data van BKR vanwege privacywetgeving niet direct als rapportage-input wordt gebruikt, is de samenwerking wel degelijk van belang. “In het uitvoeren van ons beleid op thema’s zoals sociaal incasseren is de samenwerking met BKR van grote waarde. BKR helpt ons om klanten beter te beschermen en sociaal verantwoord te handelen. Daarmee dragen zij indirect bij aan onze maatschappelijke doelstellingen”, aldus Verouden.

Focussen op materiële impact
Tot slot benadrukt Verouden dat duurzaamheid geen ‘checklist-exercitie’ moet zijn. “Duurzaamheidsrapportage draait niet om álles rapporteren, maar om keuzes. Om inzichtelijk maken wat echt telt voor de organisatie en de maatschappij en daar verantwoordelijkheid voor nemen.”