‘Non-bancair krediet geeft ondernemers meer flexibiliteit’

Steeds meer mkb-ondernemers kiezen voor non-bancaire kredieten om in hun financieringsbehoefte te voorzien. Deze markt groeide in 2024 met 16,4% naar een totaal van €5,8 miljard aan verstrekkingen, zo blijkt uit het Onderzoek non-bancaire financiering 2024 van Stichting MKB Financiering. Maar hoe zit het met het toezicht, de registratie en de risico’s? Volgens voorzitter Ronald Kleverlaan is dit niet minder dan bij bancaire leningen. “Het is een misverstand dat het makkelijk is om een non-bancair krediet te krijgen.”

Waarom kiezen mkb-ondernemers vaker voor een non-bancair krediet? 
Kleverlaan: “Het financieringslandschap is de afgelopen tien jaar heel erg veranderd. Waar vroeger de banken alle financieringen verstrekten aan ondernemers, zeker in het mkb, zijn er veel meer aanbieders op de markt gekomen met andere financieringsproducten. Dat geeft ondernemers extra flexibiliteit. Bijvoorbeeld een kortetermijnkrediet, leaseproduct of heel specifieke producten, zoals vastgoedfinanciering.”

Wat zijn de meest opvallende bevindingen uit het onderzoek van 2024?
“Wat ik heel interessant vind, is dat het totale financieringslandschap is gegroeid. Zowel de bancaire als non-bancaire kredieten zijn toegenomen. En wat verder opvalt, is dat er een verschuiving is naar grotere non-bancaire kredieten, boven de miljoen euro. Dit was voorheen vooral het domein van de banken.”

Is er sprake van een blijvende verschuiving van bancaire naar non-bancaire financiering?
“Er zijn geen signalen dat die trend gaat stoppen. Je ziet wel verschuivingen binnen de non-bancaire markt. In de crowdfundingmarkt is anderhalf jaar geleden nieuwe Europese wetgeving ingevoerd. Daarvoor was er geen wettelijk kader. Daardoor vindt er nu wel een consolidatie plaats. Van de 50 crowdfundingplatforms zijn er nu nog 20 over. Dit zien we ook in andere deelsectoren. Er komt steeds meer wetgeving af op de financiële sector, wat betekent dat je schaalgrootte moet hebben om te kunnen overleven. Daarom komen steeds meer samenwerkingen en fusies tot stand.”

Hebben non-bancaire financiers voldoende aandacht voor transparantie, zorgplicht en kredietwaardigheidsbeoordeling?
“Ook non-bancaire financiers moeten hun investeerders kunnen terugbetalen, dus de acceptatiegraad is niet anders dan in de bancaire sector. Heel specifiek voor kleine kortlopende kredieten is er zelfs een aparte gedragscode opgesteld met zelfregulering die strenger is dan de gedragscode voor andere non-bancaire financiers. Een van de voorwaarden is dat je gebruik maakt van het kredietregister van Stichting BKR om de betalingsmoraal van ondernemers te beoordelen en te zorgen dat ze niet worden overgekrediteerd. Helaas heeft de Autoriteit Persoonsgegevens bezwaar tegen vrijwillige deelname aan het stelsel van kredietregistratie. Daarmee zou een belangrijke check op de kredietwaardigheid van ondernemers verdwijnen. Dat is heel zorgelijk.”

Liggen de risico’s van betaalproblemen bij non-bancaire leningen hoger?
“Het is een misverstand dat het makkelijk is om een non-bancair krediet te krijgen. Je ziet dat heel veel van de financiers hooguit 5% van de aanvragen accepteren. Zeker de fintech gedreven partijen, waar de aanvragen online plaatsvinden zijn heel voorzichtig. Ze willen zeker weten dat ze de gelukszoekers eruit filteren. Het risico is wel groter als het om kleinere ondernemers gaat. Het succes van het bedrijf staat en valt dan bij de ondernemer zelf. Als die ziek wordt of in een scheiding terechtkomt, kunnen er sneller problemen ontstaan dan bij grote organisaties.”

Welke aandachtspunten zijn er voor de toekomst?
“Ondernemers kijken steeds meer om zich heen en trekken steeds vaker financiering aan via non-bancaire financiers. Daarom wordt het belangrijk voor de sector om actief samen op te trekken met betrekking tot frauderegisters en registers met kredietinformatie. De mkb-financieringsmarkt is veel uitgebreider geworden. Dit biedt kansen voor ondernemers, maar de risico’s kunnen alleen in de hand kunnen worden gehouden wanneer er goed wordt samengewerkt.”