‘Betere organisatie van de schuldenketen is gewenst’
In het najaar van 2023 startte het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) Problematische Schulden. Kort voor de zomer van 2024 leidde dat tot het rapport ‘Naar een beter werkende schuldenketen’. Voorzitter Ernst van Koesveld gaat het in komende nummer van Inzichtelijk magazine dieper in op het rapport en de betekenis ervan.
Het onderzoek, dat tot het rapport leidde, werd aangevraagd door het kabinet Rutte 4. Het kabinet had behoefte aan een goed overzicht van de schuldenproblematiek in Nederland, inclusief de effecten en kosten ervan. Belangrijk was daarbij om te zien hoe die kosten verlaagd konden worden. Geen overbodige luxe: het IBO kon een deel van de maatschappelijke kosten in beeld brengen, en dat ging al naar de 8,5 miljard euro per jaar. Van Koesveld: “Dit bestaat uit directe kosten, dus van de hele schuldenketen, en indirecte kosten, zoals verlies van werk en productiviteit en zorgkosten.” Het rapport is van belang, omdat het nieuwe kabinet verplicht is om er een reactie op te geven. Dat is inmiddels gebeurd. Het basispakket is bijna geheel overgenomen in het regeerprogramma en het IBO wordt als uitgangspunt voor het kabinetsbeleid voor de komende jaren genomen.
Tekortkomingen
Hoe heeft het zover kunnen komen? Het rapport legt de tekortkomingen in de schuldenketen bloot, en doet daarmee direct aanbevelingen hoe het beter kan. “In de keten speelt ieder voor zich een logische rol. Maar in het totaal hebben de afzonderlijke spelers weinig idee van de effecten van een schuldenlast”, constateert Van Koesveld. Hij spreekt van een onoverzichtelijk geheel, waarin onduidelijk is wie wat doet en wie verantwoordelijk is. Mensen hebben zelf ook te weinig informatie over hun schulden. Verder is er, volgens hem, een gebrek aan samenwerking en werkt de overheid niet effectief genoeg om het probleem kleiner te maken.
Aanbevelingen
Een flink deel van het rapport gaat over de aanbevelingen die het IBO doet naar aanleiding van de gevonden tekortkomingen in de schuldenketen. De rode draad: het voorkomen van problematische schulden, het verkorten van de doorlooptijd en het verlagen van de kostenoploop. Het IBO doet zes essentiële aanbevelingen, waarvan Van Koesveld er drie uitlicht. Een integraal schuldenoverzicht is een eerste, gevolgd door het advies om één overheidsincasso te regelen. Een derde aanbeveling is inzicht ontwikkelen in de effectiviteit van verschillende vormen van schuldhulpverlening. Naast de zes essentiële aanbevelingen geeft het rapport nog eens veertien praktische maatregelen, variërend van meer financiële zelfredzaamheid, strengere regulering van kleine kredieten waaronder Buy Now Pay Later (BNPL) en meer vroegsignalering met follow-up. Volgens het rapport kosten de verschillende maatregelen zo’n 200 miljoen euro, maar leveren ze ongeveer 850 miljoen op. “Maatschappelijk gezien is dat een prima businesscase en investering.”
Stichting BKR
In het interview gaat Van Koesveld ook in op de rol van Stichting BKR (BKR) in het pakket van aanbevelingen. Logischerwijs gaat het daarbij om een integraal overzicht van schulden en betalingsproblemen. Maar ook stelt hij de verlaging van de registratiegrens voor en een verificatieplicht vanaf bedragen van 100 euro. Niet geheel toevallig het bedrag dat gemiddeld via BNPL wordt besteed. Ten slotte gaat Van Koesveld nog in op de bewaartermijn van BKR: “Er is wat voor te zeggen om vast te houden aan vijf jaar om de kans dat mensen terugvallen in een situatie van problematische schulden te verkleinen.” En bespreekt hij positieve registraties van studieschulden en hypotheken.
Het volledige interview is te lezen in de aankomende editie van Inzichtelijk magazine.