‘Het nulaanbod brengt de schuldhulp uit balans’

Sinds vorig jaar bieden schuldhulpverlenende organisaties regelingen aan waarbij mensen niets hoeven af te lossen. Dit zogeheten nulaanbod is het gevolg van een beleidswijziging die is ingegeven door de constatering van de Commissie Sociaal Minimum dat de bijstandsnorm niet toereikend was. Schuldenexperts Nadja Jungmann (lector Schulden en Incasso aan de Hogeschool Utrecht) en André Moerman (manager Hulp bij Geldzaken bij Bindkracht 010) constateren dat de toepassing van het nulaanbod in strijd is met de wet. Zij vinden het onwenselijk dat mensen die feitelijk enige afloscapaciteit hebben, door de gehanteerde rekenmethode toch niets hoeven af te lossen. Deze situaties ondermijnen volgens hen het principe dat elke debiteur zich maximaal inspant om bij een regeling met kwijtschelding zoveel mogelijk af te lossen. 

Een nieuw fenomeen als gevolg van een beleidswijziging 
“Het nulaanbod is sinds juli 2024 van kracht. De aanleiding was het rapport van de Commissie Sociaal Minimum, dat liet zien dat het bestaansminimum in Nederland te laag ligt. Vanuit dat perspectief is het logisch om mensen in een schuldregeling voldoende ruimte te gunnen om van te leven”, vertelt Jungmann. Maar zij ziet ook een keerzijde: “We zien nu dossiers waarin iemand een kleine afloscapaciteit heeft, maar waarin om principiële redenen toch een nulaanbod wordt toegepast. Daarmee verdwijnt het idee dat afspraken moeten worden nagekomen en dat raakt aan de kern van wederkerigheid.”

Risico’s voor draagvlak en rechtvaardigheid
Moerman ziet dat de nulaanbod-regeling op gespannen voet staat met het wettelijke kader. “De wetgever heeft bewust bepaald dat mensen altijd iets moeten bijdragen, al is het symbolisch. Dat is niet om schuldenaren te straffen, maar om het systeem geloofwaardig te houden. Als schulden structureel worden kwijtgescholden zonder dat daar enige tegenprestatie tegenover staat, verlies je draagvlak bij schuldeisers en bij de samenleving. Wettelijk gezien is het ook niet juist.” Volgens Moerman dreigt het draagvlak nu onder druk te komen. “Schuldeisers moeten erop kunnen vertrouwen dat er een eerlijke afweging wordt gemaakt. Als ze het gevoel krijgen dat het nulaanbod te snel wordt toegepast, neemt de bereidheid om mee te werken aan schuldregelingen af. Hierbij bereik je het tegenovergestelde van wat je wilt. Minder mensen worden geholpen en schulden worden juist minder vaak opgelost. Dat is een risico dat we niet moeten onderschatten.”

De waarde van verantwoordelijkheid
De experts benadrukken dat hun kritiek niet betekent dat ze tegen het nulaanbod zijn. “Als iemand echt niets kan betalen moet het toepassen van het nulaanbod zeker kunnen”, zegt Jungmann. “Maar in de praktijk is het onderscheid tussen niet kunnen en niet hoeven betalen soms dun. We moeten voorkomen dat het principe van verantwoordelijkheid uit beeld raakt. Elke kleine bijdrage die bijdraagt aan een aflossing al is het maar 10 euro per maand heeft betekenis. Wie aflost werkt mee aan de oplossing. Dat is niet alleen juridisch belangrijk, maar ook psychologisch. Ons standpunt is niet ingegeven uit een verlangen dat mensen boete doen, het is ingegeven door het belang dat bij wederkerigheid beide partijen leveren. Een kleine aflossing geeft veel mensen ook het gevoel dat ze grip hebben en dat de uitkomst in de vorm van een kwijtschelding rechtvaardig is.” 

Moerman deelt dat standpunt en wijst op de bredere gevolgen. “We moeten waken voor een cultuur waarin schulden vooral worden gezien als iets waar je zelf geen invloed op hebt. Natuurlijk is er vaak sprake van tegenslag of pech, maar schulden blijven ook een kwestie van afspraken nakomen. Als we dat principe loslaten, verliezen we de balans tussen beschermen en verantwoordelijk houden. Juist die balans is de kracht van het Nederlandse systeem.” Beiden pleiten daarom voor nuancering van het nulaanbod. “Schuldhulp werkt alleen als er draagvlak is bij alle partijen, dat vraagt om een eerlijk systeem, waarin bescherming hand in hand gaat met verantwoordelijkheid. Wie niet kan betalen moet geholpen worden, maar wie wel iets kan bijdragen moet daartoe worden aangemoedigd. Alleen zo blijft schuldhulp rechtvaardig, effectief en menselijk”, aldus Jungmann.